Print

Aanpassen aan klimaatverandering

Dit artikel maakt onderdeel uit van de reeks 'Droogte in de Kempen' van Kempen2030.

Moeten we ons aanpassen aan veranderende weersomstandigheden?

De laatste zomers waren uitzonderlijk droog. Het ziet er naar uit dat we meer van dergelijke droogteperiodes gaan krijgen door de klimaatverandering. Maar krijgen we alleen maar drogere periodes? Of kunnen we nog andere gevolgen verwachten? En hoe passen we ons daar aan aan? We vroegen het aan de Kempense weerman Lander van Tricht en Inge Vermeulen en Kathleen Van Dorslaer van de provincie Antwerpen. Weerman Lander Van Tricht: “Weersystemen bewegen zich trager en zijn meer uitgerekt. Op die manier krijgen we langer hetzelfde weer.”

Welke veranderingen in het weer kunnen we verwachten op langere termijn?

Lander: “Weersystemen bewegen zich trager en zijn meer uitgerekt. Op die manier krijgen we langer hetzelfde weer. Het zal echter niet altijd de droge variant zijn. Ook langere nattere periodes zullen tijdens de herfst en winter vaker voorkomen. Minder variatie dus en meer van hetzelfde.”

Inge: “De klimaatverandering maakt een einde aan ons typisch wisselvallige Belgische weer. Afhankelijk van de modellen, krijgen we op jaarbasis gemiddeld iets meer of iets minder regen dan zonder de klimaatverandering, maar die regen valt wel op korte tijd en niet gespreid over het hele jaar. We moeten ons ook voorbereiden op meer hittegolven.”

Lander: “En tijdens de winter wordt vrieskou en sneeuw steeds zeldzamer. Een witte Kerst wordt erg zeldzaam en er zullen tijdens de winter meer stormen voorkomen. Een mooi voorbeeld waren de eerste maanden van 2020 toen verschillende stormen met naam over België trokken.

Tot slot zijn natuurbranden zoals afgelopen lente in “De Liereman” een voorbeeld van wat ons te wachten staat de volgende decennia. Door het langer uitblijven van neerslag verdroogt de natuur en is er minder nodig om een vuur te veroorzaken. Ook de landbouwgebieden zullen door het uitblijven van neerslag te kampen krijgen met een lagere opbrengst.” 

Het heeft na een lange periode van droogte een aantal keren stevig ge(stort)regend in de Kempen. Is de droogte nu voorbij?

Lander: “Mensen denken vaak dat na een paar dagen met felle buien de droogte is opgelost, maar dat is zeker niet het geval. Buien zijn vaak kort en intens waardoor het grootste deel van het water niet in de bodem kan indringen maar wordt afgevoerd naar beken, rivieren en kanalen. Om de droogte echt op te lossen moet het rustig “gezapig” regenen en dat is waarschijnlijk pas voor de herfst. De droogte is dus zeker nog niet voorbij.”

In het weerbericht is het in de Kempen altijd een paar graden warmer dan de rest van Vlaanderen. Waarom is dat?

Lander: “De Kempen bestaan uit zandgronden. Een zandgrond wordt gekenmerkt door een lage warmtecapaciteit waardoor deze snel opwarmt en afkoelt. Daarom halen we in de Kempen tijdens de zomer de hoogste temperaturen en tijdens de winter de laagste temperaturen. De extremen zijn hier het grootst. Bovendien houdt onze zandgrond het water veel minder vast. Water in de bodem zorgt voor kleinere temperatuurvariaties. Dat is ook de reden dat het vorig jaar 40°C kon worden. Het was toen erg droog waardoor er amper of geen water aanwezig was voor het milderende effect. Als het toen net geregend had, werd het waarschijnlijk niet meer dan 38°C.” 

Betekent dit ook dat de Kempen extra gevoelig is aan droogte?

Lander: “Hogere temperaturen zorgen voor meer verdamping waardoor er in de Kempen op een warme zomerdag meer water zal verdampen en het tekort sneller groter zal worden.”

Inge: “In zandbodems kan het regenwater wel goed infiltreren. De Kempen zijn de waterschuur van Vlaanderen. Maar nu wordt er nog veel te veel water in de winter afgeleid naar rivieren en zo naar de zee. We hebben dat water nodig als buffer voor de droge periodes.”

Kathleen: “In de Kempen wordt heel wat van het water dat infiltreert naar het grondwater opnieuw onttrokken onder andere voor drinkwater, maar ook voor industrie... Afhankelijk van de zone wordt er 15% tot 30% van het water dat infiltreert naar het grondwater opnieuw onttrokken. Hoe zuiniger we omgaan met drinkwater en hoe meer we inzetten op extra water laten infiltreren, hoe beter we lange periodes van droogte gaan kunnen overbruggen.”

Lander: “Maar ook het waterbeleid van de vorige eeuw heeft onze regio gevoeliger gemaakt voor droogte. We hebben jarenlang een beleid gevoerd om water zo snel mogelijk weg te krijgen en daarmee het risico op overstromingen en wateroverlast te beperken. Denk maar aan alle beken waarvan de oevers opgehoogd zijn of kleine rivieren die in tunnels geleid werden. Het water dat vroeger in de bodem kon indringen tijdens natte periodes en een buffer vormde voor de droge periodes hebben we nu niet meer.”

Kathleen: 'Het waterbeleid is sinds 2003 wel sterk van koers veranderd. Waterlopen werden sindsdien terug opengelegd, overstromingsgebieden werden aangelegd, hermeanderingen uitgevoerd… Dit gebeurde evenwel vooral in functie van het verminderen van het risico op wateroverlast stroomafwaarts. Het is de bedoeling om vanaf nu bij het uitvoeren van maatregelen ook droogte steeds meer in rekening te brengen.' Kathleen Van Dorslaer, provincie Antwerpen: “Het waterbeleid is sinds 2003 wel sterk van koers veranderd.”

Hoe kunnen we zelf als burgers ons steentje bijdragen?

Inge Vermeulen, provincie Antwerpen: “Gericht planten van bomen is enorm belangrijk. Eén boom werkt zo als 10 airco’s".

Kathleen: “Zoek waar je drinkwater kan vervangen door regenwater. Bijvoorbeeld voor het doorspoelen van het toilet of het gebruik in de tuin. Maar ook door in het algemeen spaarzaam om te gaan met water, zowel drink-, regen- als grondwater, draag je als burger je steentje bij. Hoe minder we verbruiken, hoe meer water beschikbaar blijft voor landbouw, beken, rivieren, waterbehoevende sectoren, …”

Inge: “Zorg er ook voor dat het overtollige regenwater, bijvoorbeeld na een hevige regenbui, kan infiltreren. Dat kan eenvoudig, door de hemelwaterput niet te laten overlopen in de riolering maar het water af te leiden naar je tuin, waar het rustig in de grond kan trekken. Op die manier vul je het grondwater aan en ben je aan het “watersparen” voor droge periodes.

Het is ook belangrijk dat we anders naar bomen beginnen kijken. Niet alleen focussen op de bladval in de herfst, maar ze naar waarde schatten voor hun schaduw in de zomer. Een boom heeft een dubbel verkoelend effect, door de schaduw maar ook door het verdampen van water. Eén boom werkt zo als 10 airco’s. Het nu gericht planten van bomen is enorm belangrijk. Kies daarbij voor bomen die een mooie kruin mogen krijgen. Stel je alvast voor hoe je onder je boom verkoeling zal vinden in een hangmat…”