Print

Minder stukken van 1 en 2 cent in onze zak en portemonnee

Nieuwsbrief lokale economie - september 2019

Sinds 1 oktober 2014 mogen ondernemingen het totaalbedrag dat hun particuliere klanten moeten betalen, afronden naar het dichtste veelvoud van 5 eurocent. Tot nu toe was het niet verplicht om die afronding toe te passen, maar op 1 december 2019 verandert dat. Vanaf dan is de afronding verplicht voor alle contante betalingen of voor het deel van de aankopen dat contant wordt betaald in geval van gemengde betaling (bijvoorbeeld contant + kaart).

Wie moet afronden?

De nieuwe verplichting tot afronding is van toepassing op alle ondernemingen, zoals bedoeld in boek VI van het Wetboek van economisch recht. Dat is elke natuurlijke- of rechtspersoon die op duurzame wijze een economisch doel nastreeft. Niet enkel ondernemingen in de gebruikelijke zin van het woord zijn dus voortaan verplicht om cashbetalingen af te ronden, maar ook vrije beroepen en alle personen, administraties, … die op regelmatige basis economische interacties hebben met consumenten. Ook verenigingen die regelmatig economische activiteiten beoefenen (bijvoorbeeld de verkoop van producten aan consumenten) worden beschouwd als onderneming. Het feit of die vereniging al dan niet een winstoogmerk heeft, verandert hier niets aan.

De verplichte afronding is niet van toepassing op verkoop tussen particulieren onderling of in het kader van b2b verkoop.

Het principe van het afronden vanaf 1 december 2019

De ondernemingen moeten het totaalbedrag, betaald in cash door de consument, afronden op de volgende voorwaarden:

  • de betaling gebeurt in gezamenlijke fysieke aanwezigheid van de consument en de onderneming en
  • het te betalen bedrag is groter dan 5 eurocent.

Een onderneming die de afronding toepast, moet volgende regels volgen:

  • als de onderneming enkel de betaling in cash afrondt, wordt die afronding effectief enkel op het gedeelte betaald in cash toegepast (ook als de betaling gedeeltelijk in cash en gedeeltelijk met een andere betalingswijze gebeurt)
  • als de onderneming beslist om te afronding ook toe te passen op andere betalingswijzen dan de betaling in cash, wordt de afronding gemaakt op het totaalbedrag (zelfs als de betaling deels in cash en deels met een ander betalingsmiddel gebeurt). In dat geval dient de onderneming dit duidelijk zichtbaar te afficheren (Voorbeeldaffiche in pdf-formaat: 'Het totaalbedrag wordt altijd afgerond').

het kassaticket of bewijsdocument geeft duidelijk zowel het totale te betalen bedrag als het afgeronde bedrag, ongeacht het werkelijk in cash betaalde of het werkelijke totaal betaalde bedrag.

De afronding berekenen

Het door de consument te betalen totaalbedrag wordt afgerond naar het dichtste veelvoud van 5 eurocent, ofwel het lagere ofwel het hogere:

  • het te betalen totaalbedrag dat eindigt op 1 of 2 eurocent, wordt afgerond naar het lagere x,x0
  • het te betalen totaalbedrag dat eindigt op 3, 4, 6 of 7 eurocent, wordt afgerond naar x,x5
  • het te betalen totaalbedrag dat eindigt op 8 of 9 eurocent, wordt afgerond naar het hogere x,(x+1)0